In het rijksarchief vond ik de archieven over ATEA van de
huisbankier de 'Banque d'outremer"., die blijkbaar de boeken controleerde vanaf
ongeveer 1911 tot de overname door Britten/Amerikanen in 1926.
Eén van de dingen die me direct opvielen is de ATEA
briefhoofding, die typisch was voor de tijd:
|
|
|
|
|
klik op
een foto om ze te vergroten |
1911 |
1912 |
1913 |
1922 |
1923 |
|
- In 1911 zitten we bijna nog in de Art nouveau tijd, en
hebben we een nostalgische foto van een bloeiend bedrijf, aangeduid door de
rokende schouwen. (in 2013 zouden die rokende schouwen verwijzen naar
luchtvervuiling) Fier wordt het internationaal karakter aangegeven: Parijs,
Londen, Berlijn, maar ook St Petersburg (in die periode deed de Belgische
industrie veel zaken in Rusland.
- In 1912 is men een beetje 'ascetischer" geworden. Het
telefoonnummer in Berchem bestaat uit 2 cijfers!
- In 1913 voort men er fier aan toe dan met Marconi
vertegenwoordigt
- Na de oorlog zijn er andere "wetten": Men geeft aan dat
men een Antwerps bedrijf is, en de aanwezigheid op een beurs is belangrijk
- In 1923 legt men terug de link tussen de bedrijfsnaam
en ATEA, en wordt er ook het alomtegenwoordige logo getoond.
In de archieven zit heel wat correspondentie over de
(handbediende) telefooncentrale die ATEA in 1911 levert aan zijn huisbankier.
Het moest een "commutateur" zijn voor
- 300 lijnen, waarvan 240 lijnen werden uitgerust, (dat
is niet min voor een bedrijf in 1911!!)
- 32 gesprekscircuits en 2 operatorposities,
- er moesten ook telefoonposten worden voorzien
(verschillende types, muur en tafelmodellen), en achteraf bleken heel wat
discussies over wie welke post kreeg (status symbolen?)
- de 2 operatortafels moesten in gepolierd
notelaar worden uitgevoerd, die moest goedgekeurd worden door de
klant.
- het geheel diende te worden opgeleverd voor de kost van
13750 Belgische Frank
-
|
|
|
|
klik op een foto om te vergroten |
Hieruit leerde ik twee "nieuwe"" dingen
- uit de financiele resultaten van de oorlogsjaren komen
nog altijd landen als Italie, Griekenland en zelfs Engeland tevoorschijn met
beduidende cijfers.
- Met woorden zoals "Requisitions" "Beschlagnahmestelle",
"Afufnahmebogen" enz door de "Kaiserliche Deutsche Verwaltung" bleek dat
verschillende organisaties van de Duitse bezetting het bedrijf vele dingen
hebben "afhandig gemaakt, zoals
- grondstoffen: koper, hout, nikkel..
- producten: tele
- machines: draaibanken, freesmachines
- en blijkbaar alles wat ze konden gebruiken
Hier enkele lijsten:
Er werden ontvangstbewijzen gemaakt, maar ik heb nergens
gezien dat de waarde van bijna 900.000 Belgische Frank door de bezetter ooit
betaald zijn geworden. Door beperking in tijd en beperking in boekhoudkundige
kennis heb ik ook niet gezien dat dit na de oorlog gecompenseerd werd.
Ik had gehoopt ook iets terug te vinden van hun engagement
in het Grieks telefoonnetwerk, en de daarop aansluitende overname door de
Brits/Amerikaanse holding, maar helaas dat zat niet in dit archief van de bank.
Op de keeper beschouwd vond ik hier vooral de archieven van de financial
controller, een zekere Raoul Depas, die zich bezig hield met het dagdagelijkse
controlewerk, en minder met het beleid.
Wellicht moet ik de archieven zoeken van president Adolphe Stoclet om over de
overname iets terug te vinden. Maar op het eerste zicht zitten die niet in
een publiek archief!